Openbaring 1
1 De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om aan Zijn knechten te tonen de dingen, die verordend zijn, om spoedig te geschieden; en Hij heeft het bekend gemaakt, hebbende het door Zijn engel gezonden aan Zijn knecht Johannes;
2 Die getuigd heeft van het Woord Gods en van de getuigenis van Jezus Christus, en van alles wat hij gezien heeft.
3 Welgelukzalig is hij, die leest, en die hoort de woorden dezer profetie, en die bewaart de dingen, die daarin geschreven zijn; want de tijd is nabij.
“Spoedig” en “de tijd is nabij”
Vergelijk vers 1 met de volgende verzen:
Lukas 18:8:
Ik zeg jullie dat Hij de wraak over hen snel zal uitvoeren. Maar wanneer de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het ware geloof op aarde vinden?”
Handelingen 12:7:
Maar plotseling stond er een engel van de Heer bij hem en er scheen licht in het gebouw. En nadat hij Petrus op zijn zij had geslagen, wekte hij hem en zei: “Sta op! Schiet op!” En de ketenen vielen van zijn handen.
Handelingen 22:18:
En ik zag Hem tot mij zeggen: ‘Haast u en ga met spoed Jeruzalem uit, want zij zullen uw getuigenis over Mij niet aannemen.’
In al deze verzen wordt het Griekse woord Tachos gebruikt:
Strong G5034 tachos; [snelheid; ] zn o; (8);
van hetzelfde als 5036
1) snelheid, spoed
Wat nu zal worden getoond, zal niet binnen een korte periode gebeuren, maar is eerder een indicatie van de nabijheid van de gebeurtenissen (vgl. Openbaring 2:5). Het is een waarschuwing, bemoediging en zegen voor alle gelovigen die acht slaan op de profetie dat deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden zonder enige andere waarschuwing.
Vers 3: “de tijd is nabij”:
Strong G2540 kai ros; [juiste tijd;] zn m; (86);
afleiding onzeker
1) het juiste punt
2) tijdsduur, een korter of langer deel van de tijd, vandaar:
2a) een vaste en bepaalde tijd, de tijd waarin de dingen tot beslissend punt gebracht worden, het beslissend tijdstip waarop gewacht wordt
2b) geschikt of gunstig ogenblik
2c) de juiste tijd
2d) een beperkte tijdsperiode
2e) waar de tijd toe leidt, de toestand van de tijden, de dingen en gebeurtenissen van de tijd
Merk op dat de primaire notie van “tijd” die door dit woord wordt overgebracht niet “verstreken tijd” is (zoals in relatie tot een klok of kalender), maar eerder “gepaste tijd”. Er zijn verschillende voorbeelden van het gebruik van dit woord op deze manier elders in de Schrift (bijv. Mattheüs 8:29; 16:3; 24:45; Markus 1:15; Handelingen 24:25; Romeinen 5:6; 1 Timotheüs 6:15). Dus, als Johannes zegt “want de tijd is nabij”, betekent dit dat het nu (of het wordt) de juiste tijd is voor deze dingen om te gebeuren.
[1] geeft het samenvattend weer:
In de woorden ‘binnenkort’ (én táchei, [vers 1b]) en ‘de tijd is nabij’ (hó kairòs éggús [vers 3]) stuiten we op een interpretatieprobleem dat tot tegenstrijdige opvattingen heeft geleid. Ten eerste stellen preteristen dat de profetieën onmiddellijk in vervulling gingen bij het oordeel van Christus over Jeruzalem in 70 n.Chr. Ten tweede stellen dispensationalisten dat ‘binnenkort’ en ‘de tijd is nabij’ 'op handen zijnde' betekenen, niet ‘onmiddellijk’. Met andere woorden, er kan een interval zijn tussen de tijd van Johannes en de vervulling van zijn profetieën, maar wanneer die profetieën beginnen uit te komen – wanneer dat ook mag zijn – zullen ze zich snel ontvouwen. Ten derde beroepen historische premillennialisten en amillennialisten zich op de eschatologische spanning tussen ‘al’ en ‘nog niet’ om de twee voorgaande zinnen te interpreteren. Deze visie kan als volgt worden samengevat: (a) ‘binnenkort’ en ‘de tijd is nabij’ betekenden onmiddellijk, maar in werkelijkheid werd de wederkomst van Christus uitgesteld (voor minstens tweeduizend jaar). (b) Deze vertraging was echter niet erg verontrustend voor de vroege kerk, omdat zij de eerste komst van Christus beschouwde als de meest climaxrijke gebeurtenis in de geschiedenis. En de eschatologische betekenis ervan weerhield de kerk ervan zich zorgen te maken over wanneer de parousia zou plaatsvinden. Wij zijn het eens met dit laatste standpunt.
In vers 1 wordt duidelijk dat de Vader het initiatief neemt, de Zoon de Openbaring ontvangt en deze weer doorgeeft aan Johannes.
Vers 2 is terug te vinden Johannes 1:14 en 1 Johannes 1:1-4.
Vers 3 geeft, zover ik het weet, de enige belofte van Welgelukzalig aan de lezer van een Bijbelboek.
Lezen, horen en bewaren.
4 Johannes tot de zeven gemeenten, die in Asia zijn: Genade en vrede zij u van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn;
De zeven geesten, die voor Gods troon zijn verwijst naar Jesaja 11:2:
En de Geest van de HEERE zal op Hem rusten, de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en kracht, de geest van kennis en van vreze des HEEREN.
Dit zijn er zes; echter in de Septuagint staat:
en de Geest van God zal op hem rusten, de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en sterkte, de geest van kennis en godsvrucht zal hem vervullen; de geest van de vreze Gods.
Dit zijn er zeven.
5 En van Jezus Christus, de getrouwe Getuige, de Eerstgeborene uit de doden en de Heerser over de koningen der aarde. Op Hem, Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn eigen bloed,
6 En ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader; Hem zij de heerlijkheid en de soevereiniteit tot in de eeuwen der eeuwigheid. Amen.
7 Zie, Hij komt met de wolken, en alle oog zal Hem zien, en die Hem doorstoken hebben; en alle stammen der aarde zullen om Hem jammeren. Alzo, Amen.
Hier wordt de grootheid van Jezus weergegeven en alles, wat Hij voor ons gedaan heeft. Enkele teksten:
Jesaja 55:4:
Zie, Ik heb Hem gegeven als getuige voor de volken, als vorst en aanvoerder van de volken.
Psalm 89:28:
En Ik zal hem tot Mijn eerstgeborene maken, hoger dan de koningen der aarde.
Exodus 19:6:
En gij zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die gij tot de kinderen Israëls zult spreken.
Daniël 7:13:
Ik zag in de nacht visioenen, en zie, iemand als een mensenzoon kwam met de wolken des hemels, en kwam tot de Oude van dagen, en zij brachten Hem voor Zijn aangezicht.
Zacharia 12:10:
En Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem de geest van genade en van smeking uitstorten. En zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwen, zoals men rouwt over een enige zoon, en zij zullen bitter treuren over Hem, zoals men bitter treurt over een eerstgeborene.
Commentaar bij vers 7:
Zie, hij komt met de wolken. Zou het niet kunnen zijn dat deze wolken niet de gewone wolken van de lucht zijn, maar die wolken van Sinaï, van de Shekinah, van de Transfiguratie, van de Hemelvaart, die de erkende tekenen van de Godheid zijn? Dit is de komst die wordt voorspeld in Daniël 7:13 en Markus 14:62 (ook in Mattheüs 26:64, hoewel daar een andere voorzetsel wordt gebruikt); en in beide gevallen, moet strikt worden opgemerkt, het is een komst tot oordeel. En ieder oog zal Hem zien, niet alleen de ogen van degenen die dan op aarde zullen leven, aangezien het anders onmogelijk zou zijn om de vermelding van degenen die Hem doorboorden uit te leggen, maar de ogen van allen die, in welke tijd en van welke natie dan ook, Zijn verlossing hebben verworpen (vergelijk wat hieronder wordt gezegd over de betekenis van het woord ‘zien’). Zelfs zij die Hem doorboorden. De verwijzing is ongetwijfeld naar Johannes 19:34, 37, en naar Zacharia 12:10 ; en dit, in combinatie met de feiten dat in het gedeelte van de profeet de Joden de vertegenwoordigers van de hele mensheid zijn; dat het een Romeinse soldaat was, geen Jood, hoewel op aandringen van de Joden, die de zijde van Jezus doorboorde terwijl Hij aan het kruis hing; en dat het gebruikte betrekkelijk voornaamwoord niet het eenvoudige maar het samengestelde betrekkelijk voornaamwoord—wie dan ook—is voldoende om aan te tonen dat de personen waarnaar verwezen wordt niet alleen de Joden zijn, maar zij die zich in elke tijd hebben geïdentificeerd met de geest van de moordenaars van de Verlosser. De lezer zou deze woorden niet moeten passeren zonder te onthouden dat de doorboring van de zijde van de Verlosser alleen door Johannes wordt vermeld van alle Evangelisten, nee, niet alleen vermeld, maar ook met een nadruk die aantoont hoe diep de betekenis was die hij eraan hechtte (Johannes 19:34-37). Een duidelijke aanwijzing van het belang van het feit in de geest van de schrijver wordt ons hier eveneens gepresenteerd. En alle stammen van de aarde zullen over hem jammeren. Het is belangrijk om het woord ‘stammen’ op te merken, hetzelfde woord dat wordt toegepast op het ware Israël in de hoofdstukken, Openbaring 5:5, 7:4-8, 21:12. De ‘stammen’ van Israël zijn de figuur waarmee Gods gelovige volk, of het nu Jood of heiden is, wordt vertegenwoordigd. Evenzo worden alle ongelovigen nu voor ons gesteld als ‘stammen,’ de spottende tegenhanger van het ware Israël van God. Zij zijn de stammen van de ‘aarde,’ dat wil zeggen niet de aarde in haar louter neutrale zin, maar als tegenovergesteld aan de hemel, als het toneel van wereldsheid en kwaad. Dus in Mattheüs 24:30-31 worden ‘alle stammen van de aarde’ onderscheiden van de ‘uitverkorenen.’ In geen van de twee clausules, die nu ter overweging staan, hebben we dus enige onderscheid tussen Jood en Heiden. Dezelfde personen worden, numeriek en persoonlijk, in beide gevallen gedacht. Het onderscheid ligt hierin, dat volgens een in de Openbaring gebruikelijke denkwijze, dezelfde personen eerst vanuit een Joods, en vervolgens vanuit een heidens perspectief worden bekeken. Het Ja dat volgt lijkt het getuigenis van de Heer Zelf te zijn van wat net over Hem was verteld (vergelijk Openbaring 22:20). Het Amen is het antwoord van gelovigen op de gedane uitspraak. We moeten ons nog steeds afvragen, In welke zin zullen allen ‘zien’ en ‘wenen’? Het laatste woord moet de interpretatie van het eerste bepalen. Is dit een geklaag van berouw of van ontzetting? of is het beide, zodat de klagers zowel de zondige wereld als de triomferende Kerk omarmen? We kunnen niet aannemen dat hetzelfde woord wordt gebruikt om gekreun aan te duiden van een soort die zo volledig verschillend en tegengesteld aan elkaar is; en de volgende aanvullende redenen lijken het gekreun waar te nemen tot dat van de zonder berouw hebbende goddelozen te beperken: We kunnen niet aannemen dat hetzelfde woord wordt gebruikt om jammerklachten van een soort die zo volledig verschillend en tegengesteld zijn aan elkaar aan te duiden; en de volgende aanvullende redenen lijken de jammerklachten waarover gesproken wordt te beperken tot die van de zonder berouw hebbende mensen en goddelozen:
(1) Dit is de juiste betekenis van het woord, en het wordt zo gebruikt in Openbaring 18:9.
(2) Zo is ook de betekenis ervan in die profetie van onze Heer waarop de Openbaring is gebaseerd (Mattheüs 24).
(3) Het komt overeen met het idee van de stammen van de aarde, die de goddelijken niet omvatten. (4) Gedurende dit boek zijn de goddelijken en de ongoddelijken van elkaar gescheiden. Er is een kloof tussen hen die niet kan worden overgestoken. Als dit de betekenis van de tweede clausule is, moet die van de eerste daarmee overeenkomen, en moet het ‘zien’ dat van schaamte en verwarring van gelaatsuitdrukking zijn. De hele zin komt dus overeen met het doel van het boek, en de komst van Jezus wordt beschreven als die van Degene die komt om Zijn tegenstanders te overwinnen en Zijn triomf te voltooien. [2].
8 “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde”, zegt de Heer, “Die is, en Die was, en Die komen zal – de Almachtige.”
In dit vers komt de eeuwigheid van Jezus Christus naar voren. Hij is van eeuwigheid tot eeuwigheid.
9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en mede deelgenoot in de verdrukking en in het koninkrijk en de volharding van Jezus Christus, was op het eiland dat Patmos genoemd wordt, vanwege het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus.
10 Ik was in de Geest op de dag des Heren, en ik hoorde een luide stem als van een bazuin achter mij,
11 Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en: Wat gij ziet, schrijf het in een boek, en zend het aan de gemeenten, die in Asia zijn: aan Efeze, en aan Smyrna, en aan Pergamos, en aan Thyatira, en aan Sardis, en aan Filadelfia, en aan Laodicea.”
De dag des Heren is niet de zondag of de sabbat, maar de oordeelsdag van God, die in het Oude Testament diverse keren wordt genoemd als de dag des Heren.
12 En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij sprak; en toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren;
13 En in het midden der zeven kandelaren Een, gelijk de Zoon des mensen, bekleed met een kleed, reikende tot aan de voeten, en omgord om de borst met een gouden borstlap.
14 En Zijn hoofd en haar waren als witte wol, wit als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam;
15 En Zijn voeten waren als fijn koper, alsof zij gloeiden in een oven; en Zijn stem was als het geluid van vele wateren.
16 En in Zijn rechterhand had Hij zeven sterren, en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard, en Zijn aangezicht was als de zon, stralende in haar volle kracht.
Hier wordt Jezus in Zijn volle glorie gezien door Johannes. Een beschrijving van de heerlijkheid van onze Heer.
17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; maar Hij legde Zijn rechterhand op mij en zeide tot mij: Wees niet bevreesd; Ik ben de Eerste en de Laatste,
18 zelfs Degene Die leeft; want Ik was dood, en zie, Ik leef tot in de eeuwen der eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het graf en van de dood.
Johannes, die bij het laatste avondmaal nog vertrouwd aan de borst van Jezus lag, beseft nu de heerlijkheid van de opgestane Heer en valt als dood voor Zijn voeten. Zo ontzagwekkend is de verschijning van de verheerlijkte Heer.
Stel daar nu eens tegenover de zogenaamde kameraadschappelijke conversatie die tegenwoordige “christenen” blijkbaar met Jezus hebben. Het is gewoon pure blasfemie.
19 Schrijf de dingen op, die gij gezien hebt, en de dingen, die zijn, en de dingen, die hierna geschieden zullen.
20 Het geheimenis van de zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechterhand, en van de zeven gouden kandelaren, is dit: de zeven sterren zijn de engelen der zeven gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.”
Johannes krijgt de opdracht om alles op te schrijven. Commentaar bij vers 20:
in – Grieks, “aan Mijn rechterhand.”
het geheimenis … kandelaren – in tegenstelling tot, en ter verklaring van “de dingen die gij gezien hebt”, beheerst door “Schrijven”. Mysterie betekent de verborgen waarheid, verhuld onder dit symbool, en nu geopenbaard; het correlatief is openbaring. Sterren symboliseren heerschappij (Numeri 24:17; vergelijk Daniël 12:3, van trouwe leraren; Openbaring 8:10; 12:4; Judas 1:13).
engelen – niet zoals Alford, van Origenes [Homilie 13 over Lucas, en Homilie 20 over Numeri], de beschermengelen van de kerken, net zoals individuen hun beschermengelen hebben. Want hoe zouden hemelse engelen belast kunnen worden met de overtredingen die hier ten laste van deze engelen worden gelegd? Als er dan een menselijke engel bedoeld wordt (zoals de oudtestamentische analogie voorstaat, Haggaï 1:13, “de boodschapper van de Heer in de boodschap van de Heer”; Maleachi 2:7; 3:1), dan moet de bisschop, of hoofdvoorganger, de engel zijn. Want terwijl er vele presbyters waren in elk van de grotere kerken (zoals bijvoorbeeld Efeze, Smyrna, enz.), was er maar één engel, die bovendien door de Opperherder en Bisschop van de zielen verantwoordelijk wordt gehouden voor de geestelijke toestand van de Kerk onder hem. De term engel, die een ambt aanduidt, wordt, in overeenstemming met de raadselachtige symboliek van dit boek, overgebracht van de hemelse naar de aardse superieure dienaren van Jehovah; hen eraan herinnerend dat zij, net als de hemelse engelen boven hen, beneden Gods zending ijverig, snel en efficiënt moeten vervullen. “Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel!”[3]
Eindnoten
[1] C. Marvin Pate, Interpreting Revelation and Other Apocalyptic Literature: An Exegetical Handbook, red. John D. Harvey, Handbooks for New Testament Exegesis (Grand Rapids, MI: Kregel Academic, 2016), 167.
[2] Popular New Testament, module in softwareprogramma E-Sword.
[3] Jamieson-Fausset-Brown, module in softwareprogramma E-Sword.






