De Olijfbergrede deel 9
Mattheüs 25:14-30: De gelijkenis van de talenten
14 Want het koninkrijk der hemelen is gelijk aan een man, die naar het buitenland ging en zijn dienaren bij zich riep en hun zijn bezit overdroeg.
15 Aan de ene gaf hij vijf talenten, aan de andere twee en aan de derde één; hij gaf aan ieder naar zijn vermogen en vertrok onmiddellijk naar het buitenland.
16 Degene die vijf talenten had gekregen, ging ermee handelen en verdiende er nog eens vijf talenten bij.
17 Op dezelfde manier verdiende ook degene die twee talenten had gekregen er nog eens twee bij.
18 Maar degene die één talent had gekregen, ging ermee in de grond graven en verborg het geld van zijn heer.
19 Na lange tijd kwam de heer van die dienaren om rekenschap van hen te vragen.
20 Toen kwam degene die vijf talenten had ontvangen naar hem toe en bracht nog eens vijf talenten mee, zeggende: 'Heer, u hebt mij vijf talenten gegeven; zie, ik heb er nog eens vijf talenten bij verdiend.
21 En zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan, goede en trouwe dienaar! Omdat je in weinig dingen trouw bent geweest, zal ik je over veel dingen aanstellen. Ga binnen in de vreugde van je heer.
22 En degene die twee talenten had ontvangen, kwam ook naar hem toe en zei: 'Heer, u hebt mij twee talenten gegeven; zie, ik heb daar nog twee andere talenten bij verdiend.
23 Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan, goede en trouwe dienaar! Omdat je trouw bent geweest in het weinig dat je had, zal ik je over veel zetten. Ga binnen in de vreugde van je heer.
24 Toen kwam ook degene die één talent had ontvangen naar hem toe en zei: 'Heer, ik wist dat u een hardvochtig man bent, die oogst waar u niet hebt gezaaid en verzamelt waar u niet hebt uitgestrooid.
25 En omdat ik bang was, ben ik gegaan en heb ik uw talent in de aarde verborgen. Zie, hier hebt u het uwe terug.
26 Zijn heer antwoordde en zei tegen hem: 'Jij slechte en luie dienaar! Je wist dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en verzamel wat ik niet gestrooid heb.
27 Omdat je dit wist, was je verplicht mijn talent naar de geldwisselaars te brengen, zodat ik bij mijn terugkomst mijn eigendom met rente had kunnen ontvangen.
28 Neem daarom het talent van hem af en geef het aan degene die tien talenten heeft.
29 Want wie heeft, die zal nog meer krijgen, en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft, van hem zal zelfs wat hij heeft, worden afgenomen.
30 En werp de waardeloze dienaar in de buitenste duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Christus houdt geen dienaren in dienst om niets te doen: zij hebben alles van Hem ontvangen en hebben niets dat zij hun eigendom kunnen noemen, behalve zonde. Wat wij van Christus ontvangen, is bedoeld om voor Hem te werken. De openbaring van de Geest wordt aan ieder mens gegeven om er voordeel uit te halen. De dag van rekenschap komt uiteindelijk. Wij moeten allemaal verantwoording afleggen over het goede dat wij voor onze eigen ziel hebben verkregen en voor anderen hebben gedaan, door de voordelen die wij hebben genoten. Het is niet zo dat het verbeteren van natuurlijke vermogens iemand recht geeft op goddelijke genade. Het is de vrijheid en het voorrecht van de ware christen om als dienaar van zijn Verlosser te worden ingezet, om Zijn glorie en het welzijn van Zijn volk te bevorderen: de liefde van Christus dwingt hem om niet langer voor zichzelf te leven, maar voor Hem die voor hem stierf en weer opstond. Zij die denken dat het onmogelijk is God te behagen en dat het zinloos is Hem te dienen, zullen niets doen dat zinvol is op religieus gebied. Zij klagen dat Hij meer van hen verlangt dan zij kunnen geven, en hen straft voor wat zij niet kunnen helpen. Wat zij ook mogen beweren, het feit is dat zij een hekel hebben aan het karakter en het werk van de Heer. De luie dienaar wordt veroordeeld tot het verlies van zijn talent. Dit kan worden toegepast op de zegeningen van dit leven, maar eerder op de middelen van genade. Zij die de dag van hun bezoeking niet kennen, zullen de dingen die tot hun vrede behoren voor hun ogen verborgen blijven. Zijn lot is om in de buitenste duisternis geworpen te worden. Dit is een gebruikelijke manier om het leed van de verdoemden in de hel uit te drukken. Hier, net als in wat tegen de trouwe dienaren werd gezegd, gaat onze Verlosser buiten de gelijkenis om naar de bedoeling ervan, en dit dient als sleutel tot het geheel. Laten we zondaars niet benijden, noch hun vergankelijke bezittingen begeren.
Commentaar: Matthew Henry Concise Commentary, module in softwareprogramma E-Sword.
Montfoort, 22-08-2025







